Tijdreizen is altijd al een fascinatie voor me geweest. Al geloof ik er nu natuurlijk niet in, als kind fantaseerde ik hier eindeloos over (en soms nu nog steeds). Ik herinner me dat ik ooit, op vakantie, met mezelf afsprak dat als ik ooit zou kunnen tijdreizen, ik mezelf tijdens die vakantie zou opzoeken. Aangezien ik mezelf niet tegenkwam, heb ik het geloof in (of beter: de hoop op) tijdreizen toen maar opgegeven.
Mijn fascinatie voor tijdreizen begon denk ik met het zien van de film Back to the Future uit 1985. Het idee om naar de jaren 50 terug te reizen en daar de mensen, hun gewoontes en hun maatschappij te zien en mee te maken, dat intrigeerde me enorm. Natuurlijk is die wereld in de film geïdealiseerd, maar toch blijft het idee me aanspreken om terug te gaan in het verleden om te zien hoe alles eens was. Ik denk dat met tijdreizen ook mijn interesse voor (oude) geschiedenis samenhangt (of andersom). Het liefst lees ik over de oudheid, archeologie, prehistorie of paleontologie.
Een van de vragen die ik mezelf altijd heb gesteld met betrekking tot tijdreizen, is waar – welke tijd en plaats – ik naar toe zou willen reizen. Vorige week had ik ineens het antwoord. Ik hoorde en las het verhaal van Elly Frank. Elly was een meisje van nog maar vier jaar oud dat in 1942 uit de armen van haar kindermeisje werd gerukt en op transport naar Auschwitz werd gezet. Helemaal alleen met een klein koffertje reisde ze in de trein op weg naar Auschwitz waar ze werd vergast.
Sinds ik dit verhaal hoorde (Els Florijn heeft er recentelijk een boek over geschreven, vandaar), is het niet meer uit mijn hoofd geweest. Ik voel woede en onmacht. Ik heb zelf een dochtertje van vier jaar. Ik weet nu welke tijdreis ik als eerste zal maken, als ik het zou kunnen.
Maar dat is nog maar het begin. Elly is natuurlijk en helaas niet het enige slachtoffer van onrecht. Ik moest gelijk denken aan de dood van het kind dat beschreven wordt door Elie Wiesel in zijn boek Nacht, dat ook over Auschwitz gaat. Hij beschrijft hoe dit kind door SS’ers wordt opgehangen terwijl duizenden gevangenen toekeken. Omdat hij te licht was, bleef het kind een half uur lang aan de galg spartelen voordat hij dood was. Terwijl een gevange het ziet, vraagt hij: ‘Waar is God toch?’
‘Waar was God toch?’. Met het antwoord op de vraag waar ik naar toe zou willen tijdreizen, spookte deze nieuwe vraag door mijn hoofd. Was God bij Elly? Natuurlijk weet ik het antwoord hierop niet, of op de vraag waarom er lijden is. De vraag naar het lijden is misschien wel de moeilijkste vraag van allemaal, voor ongelovigen en voor gelovigen. Net als waarschijnlijk elke gelovige (die ook over tijdreizen denkt) heb ik vaak gedacht dat als ik zou kunnen tijdreizen, ik dan zou terugreizen naar Jeruzalem in de 1e eeuw. Ik zou dan getuige kunnen zijn van de kruisiging en opstanding van Jezus. Niet omdat ik hier zekerheid over wil hebben, want die heb ik al. Ik zou echter getuige zijn van het enige zinnige antwoord dat ik ken op de vraag waarom een meisje van 4 jaar alleen was, op weg naar Auschwitz, om vergast te worden. Tim Keller zegt het zo in zijn boek The reason for God:
In his death, God suffers in love, identifying with the abandoned and godforsaken. Why did he do it? The Bible says that Jesus came on a rescue mission for creation. He had to pay for our sins so that someday he can end evil and suffering without ending us. … If we again ask the question: ‘Why does God allow evil and suffering to continue?’ and we look at the cross of Jesus, we still do not know what the answer is. However, we know what the answer isn’t. It can’t be that he doesn’t love us. It can’t be that he is indifferent or detached from our condition. God takes our misery and suffering so seriously that he was willing to take it on himself.
God houdt ook van Elly, dat geeft troost.
Wat zou je doen dan? Ik bedoel als je naar Elly zou terug kunnen reizen?
Daar ben ik nu al een tijd mee bezig! Eigenlijk zolang als ik deze blog heb gelezen. Ik kan me herinneren dat ik weken met dat jongetje ben bezig geweest toen ik dat boek van Elie Wiesel aan het lezen was! Nu staat dat beeld me wederom weer voor ogen.
Moeilijke kwesties, zeker als je in Jad Vashem bent, waar alle namen worden voorgelezen.
Tja, wat zou ik doen… wat zou je kunnen doen? Als ik toch aan het fantaseren ben, dan kan ik net zo goed meteen heel die oorlog voorkomen of alle ellende. Dit is nou een hele sterke motivatie om uit te zien naar een betere wereld hier op aarde. Laat het niet een fantasie blijven…
En ik vraag me ook meteen af wie de Elly is in mijn omgeving die ik zou kunnen helpen. Maar hoe en wat? Helaas blijft het vaak bij gedachten.
Het voorlezen van die kindernamen in Yad Vashem was inderdaad enorm indrukwekkend. Gaan jullie daar weer heen?
gr
Hannes