Met plezier heb ik vorige week geluisterd naar het gesprek tussen Jan Hoek en Wim Hoogendijk tijdens Andries Radio (voor wie ook wil luisteren). Ik was blij met de open manier waarop beide sprekers met elkaar het gesprek aangingen. Die open houding is helaas niet altijd aanwezig bij voor en tegenstanders van alverzoening.
Alverzoening is een typisch onderwerp waarbij (door voor- en tegenstanders) teksten wordt gebruikt die voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn, maar waarbij toch de hakken diep in het zand worden gezet zodat een open gesprek moeilijk is (dit is althans mijn ervaring). Toch heb ik het idee dat er de laatste jaren meer openheid ontstaat voor dit onderwerp in de christelijke wereld in Nederland. Dit kwam bij Jan Hoek tot uitdrukking door zijn waardering voor het boek Het ene doel van God van Jan Bonda en zijn oproep aan theologen om dit boek serieus te overwegen. Ik waardeerde het dat hij dit deed, ondanks dat hij het met de conclusies van het boek niet eens is. Op dezelfde wijze wil ik over dit onderwerp nadenken, niet als uitgesproken voor- of tegenstander. In zijn boek Vijf olifanten in een porseleinkast rekent Willem Ouweneel het onderwerp alverzoening tot de small five, i.e. een van de kleinere onderwerpen waarover verdeeldheid is binnen Christelijk Nederland. Hij betoogt dat Christenen elkaar moeten leren aanvaarden, begrip voor elkaars standpunten zouden moeten hebben, zonder dat ze elkaars standpunt zelf hoeven te aanvaarden (Rom 15:7). Zo wil ik ook andere christenen proberen te begrijpen en ze niet van mij te verwijderen omwille van mijn of hun mening.
Tijdens het radiogesprek noemden beide sprekers een aantal teksten en/of argumenten die voor voor- en tegenstanders van alverzoening het overwegen waard zijn. Omdat ik opgegroeid ben met het idee dat God uiteindelijk alle mensen met Zich zal verzoenen en met het idee dat het Griekse woord aioon, dat doorgaans vertaald wordt met eeuwig(heid), eigenlijk overal zoiets als een eindig tijdperk betekent (zoals Wim Hoogendijk ook betoogde), werd ik aangesproken door het argument van Jan Hoek uit Matt 25:46. Hier gebruikt Jezus de woorden “eeuwige straf” en “eeuwig leven” parallel aan elkaar: Eeuwige straf is dus net zo ‘lang’ als eeuwig leven. Als het ene ophoud, houdt het andere ook op. Verder zei Jan Hoek ook dat de hel nooit in strijd kan zijn met Gods liefde, dat het niet een eeuwige martelkamer is. Als we over de hel spreken, spreken we dus niet over de middeleeuwse variant hierop met veel vuur en duiveltjes die mensen op allerlei mogelijke manieren kwellen.
Andries Knevel vroeg op een gegeven moment aan Jan Hoek of er niet bij Paulus een aantal teksten zijn die wijzen op iets wat op een alverzoening lijkt. Daarbij haalde hij professor Berkhof aan, die in zijn boek Christelijk geloof schrijft dat er wat dat betreft twee lijnen in de bijbel te onderscheiden zijn, die je niet bij elkaar krijgt. Dit is een gedachte die ik ook regelmatig heb. Als dit inderdaad het geval is, dan moeten uitgesproken voor- of tegenstanders van alverzoening oppassen om één lijn teveel te benadrukken ten opzichte van de andere.
Het zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat voorstanders van alverzoening weinig spreken over (het) oordeel (al ontkennen ze het bestaan hiervan niet), terwijl dit in de bijbel wel regelmatig gebeurt. Als Paulus in Athene spreekt (Hand 17:31) of voor Felix staat (Hand 24:25), dan waarschuwt hij voor het komende oordeel. Paulus lijkt zelfs de Thessalonicenzen moed in te spreken door te schrijven dat Jezus geopenbaard wordt van de hemel met de engelen zijner kracht, in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen. Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf (2 Thess 1:7-9).
Anderzijds, tegenstanders van alverzoening zullen misschien snel geneigd zijn andere teksten in de bijbel enigszins te bagatelliseren. Hoe gaan zij om met een tekst als I Tim 2:4, waar staat dat God wil dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. Als God dat wil, willen wij dat dan ook? Als antwoord hierop wil ik eindigen met een citaat van Okke Jager, te vinden op de weblog van Wim Hoogendijk.
Veel gelovigen konden alleen aan een hel geloven, omdat ze er nooit diep over nadachten. Bij brandgevaar zouden ze hun buurman direct waarschuwen, maar tegelijk geloven ze, dat hij voor eeuwig verdoemd is. Of geloven ze het eigenlijk niet? Want anders moesten ze toch in paniek raken, zoals wanneer drie, vier, vijf huizen in hun straat in vlammen zouden opgaan. Miljoenen rampzaligen en geen spoor van paniek in de kerken en in de theologie – dat moet betekenen; wij lieten het niet echt tot ons doordringen.
Het was een stuk van de ware leer; als de dominee nu maar duidelijk zei: er is een hel en die blijft er ook, dan zeiden we: ziezo we zijn weer gerustgesteld, hij brengt geen ketterijen, we gaan koffie drinken.”
p.s. weet iemand wat aalverzoening is? Mijn spellingchecker wil alverzoening steeds hierin veranderen, maar Google kent het niet)
Welnu alen moeten toch ook met hun lot verzoend worden, namelijk het eindigen als broodje paling.
Goede blog trouwens. Zoals je herinnert had ik aanvankelijk ook niet echt een open houding in de discussie. Ik heb ondertussen gelukkig ook bijgeleerd. In elk geval om een open houding te hebben.
Johan
Toevallig heb ik ook gisteren een weblog aan deze uitzending gewijd. Met heel wat minder waardering trouwens.
http://goedbericht.nl/blog2/?p=501
In West Frieland zeggen we dan: “Mooi zoid!”